TCM staat voor Traditional Chinese Medicine.

Om de circulatie van bloed en qi ("levenskracht") in het lichaam te stimuleren, gebruiken beoefenaars van de traditionele Chinese geneeskunde (TCM) een aantal methoden, waaronder het oude systeem van lichaamswerk dat tui na wordt genoemd (uitgesproken als twee-nah).

Met behulp van vingers, handen, ellebogen, knieën of andere lichaamsdelen oefent de beoefenaar druk uit op de energiekanalen van de patiënt, bekend als meridianen, en zogenaamde acupunten, of spieren en zenuwen, om specifieke therapeutische effecten te bereiken.

Op basis van TCM-theorieën circuleren qi en bloed door het lichaam, voeden het en ondersteunen het de normale werking ervan.

Blokkering van deze stroom kan iemands interne balans verstoren en ziekte en pijn veroorzaken.  Door verschillende drukniveaus uit te oefenen op bepaalde regio's of acupunctuurpunten of langs de meridianen, kan tui na qi en de bloedstroom bevorderen, obstructies in de meridianen verwijderen, stagnatie verlichten ... en het lichaam herstellen naar een natuurlijke staat van welzijn. De effecten gaan verder dan het behandelgebied en kunnen een effect hebben op een specifiek systeem of het hele lichaam

Ook Cupping , Moxibustion and Acupunctuur maken deel uit van TCM.